Haarlem heeft torenhoge ambities in duurzaamheid. Bijvoorbeeld: over tien jaar zouden de stadsdaken bedekt moeten zijn met 600.000 zonnepanelen. (‘Dat is althans de inzet van het college van b & w’, aldus Haarlems Dagblad,14 februari). Waaronder 160 collectieve zonnedaken (volgens de ‘Routekaart naar klimaatneutraal in 2030 en aardgasvrij in 2040). Dat zijn er 152 meer dan nu. Hoe de stadsbestuurders dit voor elkaar willen krijgen – 15 per jaar erbij – is een groot raadsel. Tussen droom en daad gaapt nog een diepe kloof.
Hoe goed doen wij het in Haarlem en omstreken als het gaat om collectief opgewekte elektriciteit, in postcoderoosprojecten en SDE+ projecten met crowdfunding? Volgens de Lokale Energie Monitor heeft de regio Noord Holland Zuid de meeste collectieve zonnestroomprojecten (106) van Nederland. De nummer 2 in deze rangorde is Friesland; daar draaien 49 coöperatieve pv-installaties.
Maar voordat we ons alhier teveel op de borst gaan kloppen, qua vermogen staat Friesland weer net bóven NH Zuid. Aan de andere zijde van de Afsluitdijk staat 15,6 MWp aan panelen opgesteld; in onze regio staat er voor 13,4 MWp aan ‘zon-collectief’. De Friezen hebben dus per project veel meer panelen. Dat is voornamelijk toe te schrijven aan die ene uitschieter. De Enerzjy Koöperaasje Garyp heeft maar liefst voor 7 MWp aan panelen opgesteld. Eén coöperatie die iets meer dan de helft heeft staan van wat wij hier in 106 projecten hebben georganiseerd.
Kleinschalig of grootschalig…. De 649 zonnestroomprojecten die burgerinitiatieven in het hele land hebben opgezet, leveren naar schatting van de Lokale Energie Monitor 2 % van het totale opgestelde vermogen aan pv-panelen in Nederland. Dus veel projecten – en veel vrijwilligerswerk – voor een – laten we zegen – bescheiden aandeel in duurzame elektriciteit.
Binnen de gemeente Haarlem hebben vier burgerinitiatieven/coöperaties en Kennemer Energie (Kennemer Kracht) acht collectieve zonnestroomdaken gerealiseerd. Bij elkaar zijn dat 3246 pv-panelen.
Het eerste collectieve dak dat operationeel werd (in 2015) is in het Garenkokerskwartier. Daar liggen bovenop Het Seinwezen 110 panelen (28 kWp).
Op de Fablohal liggen, ook sinds 2015, 1347 panelen, goed voor 370 kWp vermogen. DE Ramplaan heeft nog steeds het grootste dak.
Tweede in omvang is het Nova-college aan de Randweg, 504 panelen (154 kWp).
Sinds afgelopen september staat sportvereniging Onze Gezellen met 270 panelen qua vermogen (84 kWp) op nr 3.
Daarna volgen de twee daken van Haarlem Noorderlicht in de Waarderpolder. Op het Hoofdkantoor liggen 262 panelen (66 kWp) en op Prins Staal 272 (71 kWp).
Spaarnezaam heeft 261 panelen, op het dak van stadskantoor Zijlpoort (68 kWp).
Bij zorginstelling KDC Rozemarijn liggen 220 panelen (66 kWp).
Aantal panelen en potentiële opbrengst (vermogen) zijn niet evenredig, want hoe nieuwer de panelen, hoe beter ze presteren.
Leveren de postcoderoos-installaties een bijdrage aan het omlaag brengen van de CO2-uitstoot in Haarlem? Echt zichtbaar is dat niet, maar de Klimaatmonitor van de overheid (CBS, ministerie EZK) geeft wel aan dat de uitstoot als gevolg van elektriciteitsverbruik omlaag ging tussen 2015 en 2018, van 300.000 ton naar 241.000 ton. Maar de kooldioxide-emissie door gasverbruik nam in diezelfde periode toe; van 250.000 naar 260.000 ton.
Tot zover de getallen. Nu een mening: Het is doodzonde dat we – de energie-initiatieven/coöperaties – er maar mondjesmaat in slagen meer collectieve zonnedaken voor elkaar te krijgen. De projecten die al wel draaien blijken eveneens goed te werken als aanjager voor bewoners om ook op andere manieren aan de slag te gaan met energiebesparing, duurzaamheid en ‘aardgasloos’. ‘Den Haag’ legt veel verantwoordelijkheid voor de Energietransitie bij de regio’s. Ook in NH Zuid gonst het vergadercircuit. Maar we hoeven niet eerst alles uit te dokteren voordat we gaan uitvoeren. Collectieve pv-daken, die werken. We moeten op dakenjacht!