Met het realiseren van collectieve zonnedaken in Haarlem en omgeving hebben we de afgelopen jaren goede ervaring opgedaan. Maar die andere optie voor groene stroom – wind – daar doen we niks aan. Dat is eigenlijk merkwaardig. Al jaren staan er aan de rand van de toegedekte afvalheuvel bij Schoteroog vier oude windmolens. Stil. Een heel slecht signaal.
Zon of wind? Tijd voor een vergelijking. Om 1 TWh (terawattuur, ofwel 1 miljoen megawattuur) te produceren, heb je 1053 MWp opgesteld vermogen aan zonnepanelen en een oppervlak van 1000 hectare nodig. Die ‘draaien’ gemiddeld 950 vollasturen per jaar (meer zon zit er niet in). Om dezelfde hoeveelheid groene stroom uit wind te krijgen heb je 285 MW aan opgesteld vermogen nodig; dat zijn 57 windturbines van 5 MW. Die draaien zo’n 3500 vollasturen per jaar.*
Stel dat we in Haarlem één 3 MW-windturbine zouden hebben, dan zou die voor minstens 2000 huishoudens stroom leveren. Dat is meer dan we nu halen met de acht collectieve pv-daken. Die ene molen zou meer dan zes keer zoveel opbrengen als al onze collectieve panelen (!)
Ja, die vollasturen… Het aantal uren dat pv-panelen op vol vermogen presteren is nu eenmaal veel lager dan die van wind (950 versus 3500). Met excuus voor de open deur: het waait ook ’s nachts en in de winter. Juist daarom is stroom uit wind zo’n goede aanvulling; in de periode dat we het hoogste energieverbruik hebben, doen pv-panelen heel weinig.
In de RES-sen (Regionale Energie Strategieën) waarover nu druk vergaderd wordt, maken de opstellers dus ook plannen voor meer wind. En de gemeente Haarlem brengt met een informatienota de optie van nieuwe windmolens op Schoteroog weer onder de aandacht. Want het bestuurscollege heeft Duurzaam Doen als motto in het coalitieakkoord. Dus wil het ‘marktpartijen faciliteren bij het realiseren van projecten’. Er liggen op Schoteroog mogelijkheden om voor vier- tot zesduizend huishoudens groene stroom op te wekken. Met een combinatie van windturbines en pv-panelen op de zonkant van de heuvel. Hoe de verdeling zon / wind moet zijn, geeft de nota niet aan.
Maar wel is duidelijk dat nieuwe windmolens toch echt groter moeten zijn dan de 3 MW-turbines waar nu mee gerekend wordt. ‘Ze zijn namelijk ouderwets en te klein. Regio’s die uitgaan van 3 MW windturbines verkijken zich op deze keuze. Want het is onmogelijk om met deze turbines een rendabele businesscase te bouwen. Een kleinere turbine klinkt misschien sympathiek maar is onhaalbaar. Bovendien kun je met minder turbines toe als je ze groter maakt; 1 grote windturbine oogst veel meer wind dan zijn twee kleinere broertjes samen.’ Zo stelt de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA), de branchevereniging van de windsector.
Het grote dilemma is: hoe groot of hoe hoog kunnen nieuwe windmolens op Schoteroog zijn. Waar ligt de bovengrens qua vergunningen (Schiphol) en qua maatschappelijke acceptatie? Een moderne windmolen van meer dan 4 MW vermogen heeft een tiphoogte van ongeveer 200 m (as-hoogte plus lengte van de wieken/bladen).
Het kan zijn dat het faciliteren door de gemeente uitmondt in groen licht voor een paar ‘grote jongens’. In dat geval zal de huidige eigenaar dank u wel zeggen, ze installeren en jaar na jaar de opbrengst incasseren. Als de molens niet hoger mogen zijn dan…(?) kan de eigenaar denken: ik laat het erbij, ik verkoop de oude meuk. Dan kán er wellicht een financiering voor die minder rendabele – maar wel zeer nuttige – turbines gevonden worden in – bijvoorbeeld – de (nieuwe?) postcoderoosregeling.
Kortom, óf grote molens – dan wordt het commercieel – óf minder grote en niet interessant voor een marktpartij, en ‘dan maar’ gefinancierd via postcoderoos of ander model. Minder winst in euro’s, maar die winst gaat wel naar een of meer coöperaties en dus de lokale deelnemers . En veel groene stroom. Ook in de winter.
* Die cijfers hanteert de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. In het Klimaatakkoord wordt gerekend met 854 vollasturen voor zonnepanelen en 3237 vollasturen voor wind op land.